Ik ben Kathleen. Een vrouw van 38 jaar, leerkracht in de lagere school en moeder van twee jonge kinderen.
Op 27 februari voel ik me ‘s morgens niet zo lekker. Moe, spier- en gewrichtspijn en algemene malaise spelen me parten. Later die dag krijg ik stilaan koorts. Tegen de avond aan begin ik stevig te rillen. Ik haal de kinderen op van school en de opvang en ik vraag aan mijn man om op tijd thuis te zijn. Ik voel me ondertussen erg ziek. Met koortswerende medicatie krijg ik de pijn en koorts enigszins onder controle. Ik breng mijn zus op de hoogte omdat ik het niet vertrouw. Zij is verpleegkundige en staat me vaak bij met raad en daad. De nacht verloopt moeilijk.
De volgende dag raak ik maar moeizaam door. Mijn onderbuik begint meer en meer pijn te doen. Ook de koorts zakt niet meer met koortswerende medicatie en loopt vlot op tot 40 °C. Ik kan ook niet stoppen met hevig te rillen en schokken.Ik bel mijn zus op omdat ik niet meer op mijn benen kan staan. Mijn man zorgt voor onze kinderen en mijn zus rijdt met mij naar het ziekenhuis. De pijn in mijn onderbuik evolueert razendsnel; ik kan het niet meer verdragen. Plassen lukt niet meer. Op mijn benen staan lukt ook niet meer. Mijn lippen en huid worden grauw, mijn nagels worden blauw. Er verschijnen paarse vlekken op mijn huid.
Op de spoedafdeling wordt er meteen bloed afgenomen. In afwachting van de bloedresultaten krijg ik nog een scan. De pijn is onhoudbaar.
De bloedresultaten zijn alarmerend. Er is sprake van MOF, multi-orgaan falen omwille van circulatoir falen (bloedsomloop) en een torenhoge CRP, de infectiewaarde. Ik verkeer op dat ogenblik in septische shock. Een zware septische shock blijkt achteraf. Er wordt meteen een breedspectrumantibioticum opgestart en ik krijg stevige pijnmedicatie. De 24u die volgen, zijn voor mij heel wazig. Met de ambulance en MUG word ik met spoed overgebracht naar een ander ziekenhuis. (Toestand kritiek lees ik achteraf in het verslag). Ik kan me nog herinneren dat er veel artsen en verpleegkundigen rond het bed stonden en er op verschillende plaatsen katheters werden geplaatst. Twee van die katheters worden in de huid vast genaaid. Dit was niet zo prettig. Maar je ondergaat, je kan niet anders. Even werd er gedacht aan sederen en intuberen zodat mijn lichaam maximaal kon inzetten op het vechten tegen deze vreselijke ziekte.
Ondertussen was het middernacht. Het schemert in mijn hoofd. Ik heb regelmatig hallucinaties en ik ben vreselijk moe. Gelukkig reageert mijn lichaam relatief goed op de ondersteunende behandeling. Ik verblijf helaas nog wel 3 weken op intensieve zorgen. Ik loop nog een zware dubbele longontsteking op tijdens het verblijf op intensieve zorgen. Ik heb echt afgezien én gevochten. De onzekerheid was groot. Welk beestje heeft mij -een actieve, jonge vrouw- zó ziek kunnen maken? Er zijn heel veel onderzoeken geweest (die niet allemaal even prettig waren) maar telkens zonder resultaat. Het is fysiek maar ook mentaal lastig geweest. De onzekerheid was slopend. Gelukkig werd enorm goed omringd. Mijn man, mijn zus en het hechte netwerk dat zich op korte tijd gevormd heeft, hebben me door de lastige periode geholpen. We hebben het echt samen gedaan.
Na het verblijf op intensieve zorgen verhuis ik naar een gewone afdeling waarna ik word overgebracht naar een universitair ziekenhuis omdat mijn lichaam ondertussen niet meer goed reageert op de antibiotica die al 5 weken worden toegediend. Het is een cocktail van verschillende antibiotica waarvan de samenstelling vaak veranderde en waarvoor ik na mijn ziekenhuisopname nog enige tijd de prijs betaald heb.
Op het einde van mijn ziekenhuisopname heb ik zes weken op de teller staan, waarvan 5,5 weken met stevige koortspieken tot 40,5 graden.
Tot op vandaag (juni) is de oorzaak van de septische shock niet gevonden. Wel is er een relatief grote, goedaardige tumor gevonden op de plaats in mijn onderbuik waar ik vreselijk veel pijn had. Het kan niet aangetoond worden dat de septische shock en de tumor verband hebben met elkaar, maar de huisartsenpraktijk waar ik patiënt ben, acht deze kans wel reëel. Opvolging en een ingreep zijn noodzakelijk.
Ik ben de spoedarts van het ziekenhuis enorm dankbaar dat ze zo snel en correct gehandeld heeft. ELKE minuut telt. Het kon zoveel erger zijn. Op intensieve zorgen ben ik zowel fysiek als mentaal erg goed behandeld geweest. Ik ben de artsen en verpleegkundigen van het ziekenhuis dan ook ongelofelijk dankbaar. Ze hebben me zó goed bijgestaan. De artsen namen de tijd om op élke vraag een duidelijk antwoord te geven. Ze spraken me moed in wanneer het zoveelste vervelende onderzoek op de planning stond.
De verpleegkundigen zijn veelzijdige professionals.
Ik ben achteraf samen met mijn zus nog naar de dienst intensieve zorgen geweest om het hoofdstuk te kunnen afsluiten. We werden warm ontvangen en ook nu werd er -ondanks de drukte- weer tijd gemaakt voor een goed gesprek samen met artsen en verpleegkundigen.
Het is zeer waardevol voor de (ex-)patiënt dat de huidige geneeskunde niet alleen focust op fysieke genezing, maar ook op het mentale welzijn. Hopelijk mogen andere patiënten hun verblijf ook zo positief ervaren, hoe vreselijk het vaak ook is.
Vandaag de dag ben ik nog herstellende. (3,5 maanden post-sepsis, 2 maanden post-hopsitalisatie) Ik ben snel moe, heb last van spierzwakte en ook het cognitieve aspect moet nog herstellen. Concentratievermogen, multitasken, geheugen,… Allemaal zaken die veel moeilijker gaan sinds mijn ziekenhuisopname. Maar het gaat elke week een beetje beter en ik heb er het volste vertrouwen in dat het weer goed gaat komen. Mijn oude zelf zal ik niet meer zijn, maar de lat mag wat lager. Ik ben vooral blij dat ik er nog ben, met al mijn vingers en tenen. En dat ik de vanzelfsprekende momentjes met mijn kinderen terug ten volle kan beleven. Maar dan veel intenser. 🙂