Categorieën
Persoonlijke verhalen

Cindy: mijn verhaal

Maandag 7 maart 2022, de eerste dag van een nieuwe werkweek verliep normaal tot ik kort na de middag een vervelende buik/maagpijn kreeg. Omdat de pijn niet voorbij ging, belde ik de dienst abdominale heelkunde van een nabijgelegen ziekenhuis. Daar kreeg ik de raad om via de spoed binnen te komen.

Ik besprak nog een paar lopende zaken en vroeg een collega mij aan de spoeddienst af te zetten. Ze wilde mee gaan naar binnen, maar ik wuifde het weg en zei dat dit niet nodig was. Na de inschrijving ging ik plaats nemen in de wachtzaal. Ik belde mijn echtgenoot op die voorstelde om naar spoed te komen, opnieuw wuifde ik het voorstel weg, maar mijn man sloot af met de woorden ‘ik kom af’. De pijn verergerde en tegen de tijd dat een verpleegkundige mij kwam halen , lag ik al krom van de pijn. Gaan plaats nemen op een stoel lukte me niet meer en ik werd op een bed in de gang neergelegd. Ik herinner me enkel nog het moment dat mijn man aan het bed stond en ik zoveel pijn had dat ik hem vroeg me te laten gaan. Doodgaan leek me zoveel beter dan deze pijn. En toen ging het licht uit.

Hier en daar herinner ik me flarden van conversaties en schemerige beelden van mijn man, mijn kinderen of mijn beste vriendin die aan mijn bed stonden. Telkens stelde ik de vraag of ik naar huis mocht en telkens kreeg ik hetzelfde negatief antwoord. Ik begreep het niet en voelde me in de steek gelaten. In mijn hoofd speelden er zich heel veel films af waarin ik telkens moest vechten om te overleven. Het besef dat ik zweefde tussen leven en dood was er echter niet. Pas na 4 weken, begon ik wakkerder te worden om me dan te realiseren dat mijn wereld was ingestort en mijn leven onherroepelijk veranderd was. Er werd uitgelegd  dat ik een dunne darminvaginatie had gekregen, maar na, volgens de dokter, een geslaagde chirurgische ingreep, bleek mijn toestand sterk achteruit te zijn gegaan. Er was een stukje afgestorven darm achter gebleven in mijn lichaam die zorgde dat ik in septische schok was gegaan. Naar mijn mening werd de sepsis te laat opgemerkt.  Ze hebben me 10 dagen in kunstmatige coma gehouden. Alles werd in het werk gesteld om mijn organen te beschermen, maar de bloedtoevoer naar mijn ledematen werd afgesnoerd. Nog in de eerste maand werden mijn rechterhand en linker vingers geamputeerd. Omdat ook mijn voeten ondertussen zwart kleurden en mijn rechterflank was aangetast, werd beslist om me over te brengen naar UZ Gent om mijn overlevingskansen te vergroten.

Op 15 april werd ik getransfereerd naar het Brandwondencentrum van UZ Gent. Het voltallige team daar heeft hard gewerkt om me er fysiek en mentaal door te krijgen. Van een topteam gesproken! De lijdensweg was lang: moeilijke communicatie door canule, gewichtsverlies, hoge infectiewaarden, pseudomonas, doorligwonden,… en heel veel pijn. Daarenboven ook veel gepieker door verveling, want ik kon ook niets doen omdat mijn pols en resterende handpalm ingepakt waren. Zelfs de afstandsbediening van tv kon ik in het begin niet gebruiken. In mei werden mijn voeten geamputeerd en nog een maand later was ik klaar om mijn revalidatie aan te vatten in het revalidatiecentrum van UZ Gent.

De start in het RC was mentaal heel zwaar. Plots voel je je heel kwetsbaar tussen alle revalidanten en therapeuten en moet je vele drempels overwinnen. Al na de eerste week smeekte ik om eens een dagje naar huis te mogen gaan. Ik miste mijn vertrouwde omgeving en mijn kinderen. Gelukkig werd dit vlug toegestaan en naarmate mijn herstel vorderde mocht ik volledige weekends naar huis. In augustus kreeg ik mijn voetprothesen en in december mijn handprothese. Tegen kerst was ik thuis en mocht ik mijn revalidatie ambulant verder zetten. Ik ben iedereen in het revalidatiecentrum enorm dankbaar. Met zovelen (verpleging, logistieke medewerkers, kinésisten, ergotherapeuten, sociale dienst, dokters, psychologen, prothesisten, mederevalidanten, …) hebben ze mij en mijn gezin gesteund, geholpen en voorbereid om een ‘nieuwe normaal’ aan te leren. Weliswaar ééntje met veel hulpmiddelen en soms een hobbelig parcours, maar met een liefdevol gezin en een kleurige en vrolijke toekomst.

Tijdens mijn revalidatie ontmoette ik Ilse Malfait, die een jaar eerder gelijkaardige letsels had overgehouden na Sepsis. Zij gaf me als eerste terug perspectief om opnieuw moeder en echtgenote te kunnen worden. Ze vertelde me ook het mooie verhaal en de doelstellingen van de vzw Sepsibel, die ze samen met Carine en Michael wilde verder uit bouwen. Ik hoop mijn bijdrage te kunnen leveren door enerzijds lotgenoten of familie van lotgenoten bij te staan of te ondersteunen en anderzijds met mijn verhaal ook te kunnen aantonen hoe belangrijk vroegtijdige diagnose is. Ik ben ervan overtuigd dat een nationaal sepsisplan vele mensenlevens kan redden en de medische gevolgen kan reduceren.

Cindy