Septische shock – oorzaak onbekend
Ik ben geboren in 1966 en woon in Schoten (noorden van Antwerpen). Samen met mijn man kreeg ik twee zonen: de jongste woont nog thuis terwijl de oudste zijn leven heeft opgebouwd in Amsterdam. Mijn dagen zijn lang gevuld geweest met het zorgen voor mijn gezin, het huishouden runnen en het koesteren van de warmte van ons dagelijks leven. Naast dat vertrouwde ritme heb ik altijd een verlangen gehad om de wereld te verkennen. Reizen opent mijn ogen, geeft me nieuwe energie en laat me voelen hoe groot en veelzijdig het leven is. Daarnaast was ik voorzitter van de schoolraad van de school waar mijn kinderen hun eerste stappen in het leren zetten, en vond ik het een vreugde om tijd te maken voor mijn vriendinnen.
Woensdag 9 maart 2022 sloeg het noodlot onverwacht toe. Wat begon als een gewone dag, veranderde in een nachtmerrie toen ik getroffen werd door een septische shock met multi-orgaanfalen, veroorzaakt door de streptococcus aureus-bacterie. Plots stond alles stil: mijn lichaam, mijn toekomst, mijn zekerheden.
Wat gebeurde er. Het begon eigenlijk al op maandag. Ik voelde me niet goed – misselijk, heel hoge koorts – en sliep bijna de hele dag. Dinsdag is de huisarts gekomen. Zij onderzocht me en nam bloed. Ondertussen bleef de koorts oplopen tot boven de 40°C. Woensdag in de namiddag belde de huisarts om te melden dat ik naar de spoeddienst van Klina moest om een dosis antibiotica intraveneus te krijgen. Daar aangekomen ging het plots erg snel: er werden onmiddellijk verschillende catheters geplaatst, en binnen de kortste keren lag ik op de afdeling Intensieve Zorg. Aan mijn man werd gezegd dat mijn toestand erg kritiek was en dat, indien hij twee uur later was gekomen, het fataal was geweest. Er werd gestart met vochtrescusitatie, vasopressie met Noradrenaline, Amukin en Augmentin. Dit werd daarna Floxapen via een PICC-catheter. De arts die men op spoed heeft opgeroepen is letterlijk mijn redding geweest. Vrij snel viel de term septische shock met multi orgaanfalen (DIC, acute nierinsufficiëntie, shocklever). Voor mij is die periode grotendeels een zwart gat. Het enige wat ik me van deze periode vaag herinner, is dat ik door velden liep, eindeloze bloemenvelden… Op vrijdag werd ik overgebracht naar de IC van het UZA. Zaterdag volgde een spoedoperatie: mijn ICD en de leads werden verwijderd. Nadien volgden weken op IC, Mid Care en cardiologie, eerst in het UZA en later opnieuw in Klina.
De periode in de kliniek was niet makkelijk en heel eenzaam. Er was heel veel tijd om te piekeren en na te denken. Ik mocht enkel (beperkt) bezoek van mijn man en kinderen ontvangen – dagelijks kwam er iemand – aangezien er nog steeds speciale regels golden i.v.m. het coronavirus. Half mei mocht ik de kliniek verlaten. Maar daar eindigde de strijd niet. Een heel revalidatieparcours werd afgelegd en jammergenoeg was de implantatie van een nieuw device noodzakelijk.
Tot vandaag ervaar ik nog steeds de gevolgen: vermoeidheid, ernstige pijnklachten, concentratieproblemen, brainfog, slechte nachtrust, moodswings en overprikkeling. Mijn wereld is klein geworden en begrip vinden is vaak moeilijk. Nazorg na zo’n ervaring is een groot probleem. Er is eigenlijk geen plan, geen info en te weinig begrip. Sepsisoverlevers zijn geen “fakers”. Er zijn genoeg artsen die ik bezocht bij wie je voelt dat je niet au sérieux wordt genomen. Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd… dit is zeer pijnlijk. Gelukkig heb ik een cardioloog die wél luistert, meezoekt naar oplossingen en mijn dossier opvolgt en met collega’s bespreekt. Een arts die ‘mens’ is, empathisch en die verder durft te kijken dan enkel zijn specialiteit. Ik ben hem daar ontzettend dankbaar voor en heb eindeloos veel respect voor hem.
Dit is wie ik vandaag ben. Niet meer de oude ik, maar iemand die elke dag opnieuw vecht en hoopt op meer begrip en op een toekomst waarin er opnieuw wat ruimte komt voor ‘leven’.
Nog dit – niet onbelangrijk – ik kan het niet genoeg zeggen, een welgemeend ‘dankjewel’ aan mijn familie en vrienden voor jullie steun en begrip. Het spijt me dat ik niet meer ben wie ik ooit was, en ik hoop vurig dat ik stap voor stap weer dichter bij mezelf kan komen. Voor wie me minder goed kent: wat je ziet aan de buitenkant, vertelt vaak niet het hele verhaal. Jullie ontmoeten me vooral op de momenten dat het net iets beter gaat, maar de strijd die ik elke dag vanbinnen voer blijft meestal verborgen. Ik hoop dat er een dag komt waarop ik opnieuw kan zeggen dat het écht goed met me gaat!
Sylvie